6 tips voor beginners in tuinieren

De meeste mensen zijn het er mee eens, een tuin vol mooie planten is een stuk gezelliger dan een tuin zonder. Toch durven veel mensen het niet aan. Ze zouden geen groene vingers hebben. Onzin. Wij geloven dat iedereen zijn tuin prima kan vergroenen. Zonder dat het veel tijd kost, duur wordt of dat alles dood gaat. Met de 6 tips in deze blog kan iedere beginner aan de slag in zijn tuin.

1. Droom groot, maar begin klein

Er is een grote kans dat je geïnspireerd bent door een tuin die je ergens gezien hebt. Misschien was het wel zo groen dat je je in een jungle waande, of groeide er uit ieder stukje grond heerlijke groentes. Een dergelijk project is een mooi streven, maar geen goed uitgangspunt als je net gaat beginnen. Daarom zeggen we; droom groot, maar begin klein. Oefen klein en behapbaar in je eigen tuin, bijvoorbeeld met één vierkante meter. Experimenteer. Kom erachter waar je goed in bent en, veel belangrijker, wat je leuk vindt. Sommige planten zullen snel groeien, anderen langzaam. De ene creëert prachtige bloemen, de andere grote groene bladeren. Ga op zoek naar de tuin die bij jou past en ga vanuit daar verder.

2. Kies de juiste plek om te tuinieren

Dit klinkt misschien logisch, maar het gaat nog wel eens mis. En de juiste plek vinden om te tuinieren is echt essentieel. Onder een afdakje zal bijvoorbeeld geen water vallen en pal naast de schutting komt geen zon. Zoek eerst op welke behoeftes de planten hebben die jij wilt planten en probeer die vervolgens zo goed mogelijk te vervullen. Zo zal de ene plant de hele dag zon willen en de andere liever niet. Op basis daarvan kun je hem een mooie plek geven in de tuin. Niet iedere plant zal het goed doen in jouw tuin, maar dat maakt niet uit! Er zijn genoeg planten om uit te kiezen. Bij tuinplanten staat vaak duidelijk beschreven welke behoeften ze hebben, zo weet je direct of ze geschikt zijn voor jouw tuin.

3. Beter in de grond dan in een pot

Een pot kan mooi staan in je tuin, maar daar houden de voordelen eigenlijk wel op. Als het kan, plant je planten dan altijd direct in de grond. Ze drogen dan veel minder snel uit en zijn minder gevoelig voor hitte en kou. Daarnaast vinden ze in de grond makkelijker voeding én kunnen ze beter groeien. Ze worden in hun wortelgroei namelijk niet beperkt door het formaat van de pot. Bijkomend voordeel; je hoeft je planten nooit over te potten. Minder werk dus.

Is grond geen optie, kies dan voor ruime potten die minimaal 20 centimeter diep zijn. Zorg er voor dat de potten altijd ontwateringsgaten hebben, zo voorkom je dat er water in de pot blijft staan en de plant last krijgt van wortelrot. Voeg iedere twee maanden een beetje vloeibare mest toe en vervang de aarde om de paar jaar. Ga je op zoek naar planten voor in potten, dan kun je beter terrasplanten nemen dan tuinplanten.

4. Hoe vaak geef je je tuin water

Mensen doen vaak alsof het water geven van je planten hogere wiskunde is. Een druppie te veel of te weinig en ze kunnen al verdrinken of verdorren. Geen paniek, zo nauw komt het niet. Heb je je planten net in de grond gestopt, dan mogen ze wat meer water. Geef ze de eerste week iedere dag water en bouw dit vanaf de tweede week langzaam af. Na twee weken is de regen meestal voldoende, planten zijn sterker dan je misschien denkt en kunnen wel wat hebben. Heeft het langere tijd niet of nauwelijks geregend en is het warm, dan zul je zien dat de bladeren wat gaan hangen. Pak dan pas de gieter en geef de planten wat extra water.

5. Pas op voor overbeplanting

Hoera! Je bent enthousiast geworden voor tuinieren en wilt het liefst je hele tuin vol zetten met planten. We waarderen je enthousiasme, maar pas hier wel mee op. Overbeplanting komt veel voor bij nieuwe tuiniers. Planten gaan dan over en door elkaar groeien waardoor ze elkaar belemmeren in groei en zelfs doodgaan. Het verschilt per plant hoeveel ruimte ze nodig hebben, kruidachtigen kunnen met 5 tot 9 op een vierkante meter staan. Kleine struiken staan liever alleen op een vierkante meter. Wil je grotere struiken of zelfs bomen plaatsen, raadpleeg dan het internet om te achterhalen hoeveel ruimte ze precies nodig hebben.

6. Ga aan de slag!

Er kunnen ontzettend veel dingen goed of fout gaan tijdens het tuinieren. Een groot deel van de lol zit in het ontdekken van wat wel of niet werkt. De belangrijkste tip is dan ook; ga lekker aan de slag. Stop je vingers in de aarde en leg je eerste planten aan. Ongetwijfeld dat het wel eens mis gaat, maar dat mag. Zorg ervoor dat je leert van je fouten en dat je er vooral plezier in hebt. Binnen no-time heb je knalgroene vingers en ben je een expert in de tuin. beloofd.